De kentering valt redelijk laat, dus we besluiten in de ochtend eerst een duik bij de Nieuwe Kerkweg te maken. Drie auto’s uit Nederland, een Duitse, een Belgische en een uit Luxemburg. Best weer aardig wat nationaliteiten aan de dijk. Het gaat regenen, dus snel omkleden en te water. We duiken rechtuit en duiken loodrecht de betonplaten uit (richting de rode boei). Zicht is ondiep matig, maar loopt snel op naar een meter of vier. De geel-oranje massasponsen zijn altijd fraai om te zien, maar verder is er niet veel te zien. Af en toe wat kreeft, waarbij in de holten grote aantallen roodbuik-aasgarnaaltjes rondzwemmen. Verder veel strandkrabben en diverse dikkopjes. Rond de elf meter zitten veel tweedraadkokerwormen. Terwijl Mariëlle rondscharrelt en een bonte mantel vindt, probeer ik de tweedraadkokerwormen vast te leggen. We zakken nog tot een meter of 16, maar het zicht is hier erg stoffig (1 meter), dus vrij snel gaan we weer terug naar een meter of tien. Na 40 minuten gaan we weer loodrecht op de kant aan en komen we uit bij de rifbollen. We zien weer wat krab, een steurgarnaal en in een van de rifbolgaten zit een donkere zeenaald. Na ruim 50 minuten geeft Mariëlle aan dat ze naar de steiger gaat. Ik besluit nog even rustig door te duiken en de zeedahlia op 5,5 meter nog even te bezoeken. Hij zit aardig ingetrokken op de betonplaat. Ik maak een foto en vervolg mijn weg richting de steiger. Ik fotografeer nog wat sponsjes en zoek naar groene wierslakken. Wederom geen wierslakken te vinden. Bij de steiger richt ik me weer op en wandel naar de auto. Alles inpakken en op weg naar de Zeelandbrug. Eerst even lekker onze broodjes op eten.
We zijn ruim op tijd bij de brug, zodat we nog een kleine wandeling maken en de flessen helemaal kunnen afvullen. We willen namelijk wat gaan rondscharrelen bij de tweede pijler. Dit is best ver uit de kant en relatief diep. We willen daarom geen 2/3 gevulde flessen hebben, wat normaal regelmatig het geval is. We gaan 15 minuten voor LW de trap af, checken het kompas en zetter er gelijk de vaart erin. Het stroom best redelijk, dus oppassen dat we niet afdrijven. Na 10 minuten zijn we in de buurt van de tweede pijler, want we komen in de fraaie slijtgeulen aan de westzijde ervan terecht. Persoonlijk vind ik dat altijd erg mooi om te zien. Er zijn opvallend veel echt grote zeenaalden. Wat ook opvallend is, is dat er echt heel veel wulken rondkruipen net boven de slijtgeul. Blijkbaar is de winter in aantocht of misschien zitten ze hier altijd. We komen hier namelijk niet heel veel. We duiken de helling op richting de tweede pijler. Wauw, wat een mosselveld. Hier tussen zien we tig anjelieren in allerlei maten en kleurtinten. Wat ook leuk is, is dat er veel middelgrote sepia’s zijn. Twee zijn er aan het jagen. Eentje heeft een grondel gevangen en een ander een krab. Mariëlle doet haar best om de sepia met krab vast te leggen. Het zicht is momenteel erg goed met zo’n meter of vijf, dus het is dubbel genieten op deze fraaie plek. We scharrelen wat rond bij de twee westelijke pilaren. Ik geef Mariëlle na ruim een half uur het teken dat we weer teruggaan door de slijtgeul. Nog een ruime 10 minuten no-deco time zie ik als we over de kleivelden duiken. We koersen weer richting de dijk en zien weer veel wulken en zeenaalden. Langzaam wordt het weer iets lichter en op 14 meter komen we twee duikers tegen. We komen uit bij het stalen rek. Ik geef Mariëlle het zeepaardjesteken, ik wil nog even aan de oostzijde op 7,5 m naar de zeepaardjes. Mariëlle knikt. We duiken diagonaal omhoog richting oost. Ik zet er wat vaart achter, maar dan begint Mariëlle te zwaaien met haar lamp. Wat is er, denk ik? We gaan toch naar de zeepaardjes? Met haar lamp belicht ze een zeepaardje. Oké, dan blijven we hier wel, grinnik ik. Een grappig licht gekleurd paardje, die een beetje een het eten is. Tot tweemaal toe zie ik haar een stukje zwemmen. Heel grappig om te zien hoe het diertje met het staartje zich weer rustig vastpakt en weer een beetje verstoppertje speelt achter een stokje. Met het goede zicht zie ik een paar meter verder nog wat oude sepia-stokken staan en ik ga daar even een kijkje nemen. Binnen een minuut heb ik een tweede zeepaardje gevonden, jeetje. Met twee vinslagen ben ik weer terug en neem Marëlle mee. Ik wijs haar het paardje aan. Ze gaat weer foto’s maken, terwijl ik me weer verplaats naar het eerste paardje. Na een 15-tal minuten zie ik dat de 30 bar is bereikt en geef ik aan dat ik de duik wil beëindigen. We duiken snel naar de 5 meter en vinden hier nog een ingetrokken zeedahlia. Paar foto’s om de 3 minuten hangtijd vol te maken en dan in een keer door naar de trap. Wauw, wat een heerlijke duik was dit 🙂