Al weken lang is het zicht in de Grevelingen heel goed. Vandaag weer eens met de groothoek op pad. Ik rij naar de Nieuwe Kerkweg voor mijn eerste duik. Het is rustig op de parkeerplaats, slechts twee duikers zijn zich aan het omkleden. Ik vul mijn fles even bij en kleed me ook snel om. Het is fris en gelukkig staat er geen wind. Als ik het water instap is dit alweer afgekoeld tot 10 graden. Het zicht is heerlijk met een meter of zes. Ik zwem rechtuit naar het dijkje, sla af naar rechts en ga op zoek naar de dahlia. De eerste zit wat verfrommeld in het talud en de tweede staat mooi open. Sinds ik duik ken ik deze al. Als ik foto’s wil maken kom ik erachter dat de hoofdflitser niet werkt. Geen idee waarom niet. Gelukkig heb ik een tweede meegenomen, omdat ik wilde groothoeken. Het is dus wat behelpen, maar beter iets dan niets. Na de dahlia duik ik uit en ga naar een meter of acht à negen en bezoek de betonplaten, die achter de rifbollen liggen. Het zicht is hier heel goed en ik probeer wat mooie foto’s te maken van de oranje sponzen en de vele kreeften die hier onder de platen leven. Ergens rond de negen meter moet ook nog een mooie paarse dahlia staan, maar die kan ik helaas niet vinden. Na een half uur bij de platen zoek ik het weer hoger op en zwem terug via de twee dahlia’s langs de wand op een meter of zes. Het dijkje weer over en ondiep over het plateau weer naar de steiger en instap. Tevreden loop ik weer naar de auto. Snel mijn pak uit want de nood is hoog. Na een toiletbezoek ruim ik mijn spullen op, vul mijn fles weer en dan rij ik naar Scharendijke haven. Hier maak ik een wandelingetje, eet mijn boterhammen en zet alles weer klaar voor de tweede duik. Ik wil proberen een paar groothoekplaatjes te maken van de ondiepe wrakjes, die hier liggen. Net voordat ik het water in wil komen er nog een zevental duikers langs die vragen wat hier allemaal te zien is. Ik geef korte uitleg en loop vervolgens richting de steiger en al snel lig ik in het water en zie dat het zicht ook hier oké lijkt. Ik schiet kompas richting de rifbollen. Hier blijf ik even hangen en maak wat plaatjes van de bollen waarin opvallend veel noordzeekrabben aanwezig zijn. Vervolgens door en ik hou de 10 meter lijn aan, zodat ik bij het eerste wrakje uit moet komen. Rond de negen meter wordt het zicht heel matig. Hmmm, dat zou wel jammer zijn, maar als ik bij het wrakje ben, zie ik dat ik zo’n vijf meter zicht heb en de mist net wat dieper begint. Ik zwem diverse rondjes rond het wrakje en probeer allerlei foto’s te maken met verschillende ISO-waarden, sluitertijden en diafragma’s. De noordzeekrabben zijn er ook weer, dus dat zijn leuke modellen op het wrak. Na 25 minuten is het genoeg. Het wrakje op 12 meter besluit ik niet te bezoeken, want dit ligt toch in de mist. Ik zwem terug naar de trap en maak ondiep nog wat foto’s van de wieren. Ik besluit dat ik nog even bij de andere nol ga kijken, waar op zes meter ook nog een heel oud wrakje ligt, dat in de afgelopen jaren steeds meer vrij is komen te liggen. Een kwartier later ga ik weer onder en zie ik dat het zicht maar heel matig is. Diverse duikers hangen in de buurt van het wrak. Balen, zoveel duikers zorgen gewoon altijd voor stof, dat is niet te voorkomen. Jammer, want de eerdere goede groothoekomstandigheden in de Grevelingen zijn verdwenen. Ik duik rap door en besluit nog even wat ondieper te gaan kijken op de nol. Zicht is hier beter, maar het landschap is niet heel boeiend. Ooit heb ik hier twee dahlia’s gevonden, maar tussen al dat roodwier is dat heel lastig. Ik keer om en besluit dat het prima is zo. Na een kleine half uurtje loop ik weer over de dijktrap richting de auto. Het zonnetje schijnt, maar staat al best weer laag. Gauw opruimen, fles weer vullen en naar huis toe. Benieuwd hoe de plaatjes eruit zien. Op het kleine scherm ziet het er al heel fraai uit, maar op het grote beeldscherm is het altijd maar afwachten.