Het is best druk bij de Zeelandbrug, dus ik besluit gelijk door te lopen naar de verre tweede trap. Ik ben hier alleen als ik mij langzaam de diepte ik laat zakken. Ik wil naar het tweede diepere rif op 11 à 12 meter. Ik steek het zand over en verwonder me hoeveel kokerwormen hier inmiddels zitten. Echt heel fraai om boven te hangen. Het tweede rif blijft mooi, het is vrij ongerept en ook al zie ik niets bijzonders, het blijft zeer mooi om overheen te duiken. Grappig is ook om de jonge sepia’s in alle soorten en maten te zien wegschieteen. Gelukkig zijn hier nog niet veel klauwvlokreeftjes, maar ze zijn er al wel. Hopelijk wordt het hier niet zo’n plaag als onder de brug. Langzaamaan duik ik weer terug en na 3 minuten safety-stop kom ik tien meter voorbij de trap weer omhoog. Ik hou wat lucht over voor een korte duik bij de pijlers om de schade te bekijken van de klauwvlokreeftjes.
Na een korte wandeling van de verre trap naar de pijlers stap ik weer het water in. Ik laat me zakken en besef dat het zicht hier behoorlijk tegenvalt ten opzichte van de verre trap. Maar goed, daar kom ik ook niet voor. Ik bekijk de omgeving en het is schokkend om te zien dat de kleine klauwvlokreeftjes bijna alles overwoekerd hebben. De diertjes zitten in kleine kokertjes en zijn heel moeilijk met het blote oog te zien. Met de loep gaat het beter, maar ze blijven minuscuul. Ik maak diverse reeksen van foto’s in de hoop dat er thuis op de PC wat bruikbaars tussen zal zitten en dat de foto dan op de juiste plek scherp zal zijn. Ik duik nog even rond de pijlers, maar de stroming is stevig en ik zit natuurlijk al ver buiten de kentering. Na 20 minuten is het ook prima, omdat mijn doel: “ een foto van de klauwvlokreeftjes” inmiddels al bereikt is. Snel het water uit, ik zie dat de meeste duikers al vertrokken zijn.
Vervolgens naar Zoetersbout. Het is alweer lang geleden dat ik hier heb gedoken. Het is behoorlijk druk, de parkeerplekken zijn nagenoeg bezet. Ik pas er nog net naast. Terwijl ik alles klaar maak kom ik er achter dat mijn net onderhouden automatenset wat kuren vertoont. Gelukkig heb ik alles dubbel bij me en na een paar minuten heb ik weer een prima werkende automaat. Vervolgens loop ik in het zonnetje naar de trap. Ik lig er snel in en laat me gelijk zakken naar een meter of acht en ga naar rechts. Het rif is hier best kaal, maar na 3 minuten zie ik tussen twee stokken een dahlia. Ik maak wat foto’s en duik weer verder. Direct zie ik nog een dahlia, wauw wat leuk. Gelijk weer wat foto’s en dan scharrel ik verder naar rechts. Ik zie diverse stokken en automatisch zoek ik naar zeepaardjes. De stokken zijn mooi begroeid en zitten vol met hooiwagenkrabben. Niet heel fotogeniek, dus ik scharrel lekker door in het goede zicht en kom weer bij de volgende stokken. Gelijk zie ik op het zand aan de onderzijde een bruin paardje zitten. Ik wil foto’s gaan maken, maar van de andere kant komen twee duikers, die gelijk neerploffen en druk beginnen te zwaaien. Jammer, ik besluit gelijk door te duiken, want ik gaan niet met z’n drieën stof liggen maken. Ik duik hier op de terugweg nog wel even langs. Ik laat me weer wat dieper zakken naar een meter of twaalf. Veel slangsterren op het zand en uiteraard ook veel dikkopjes. Na ruim een half uur ga ik wat ondieper duiken en weer terug op 8,5 meter en eens kijken of de duikers bij het zeepaardje al weg zijn. Ik zie de stokken staan en zie ook dat ik alleen zal zijn. Mooi, het paardje zit er nog en ik neem een kwartier de tijd voor diverse foto’s. Het diertje is heel mak en eigelijk heel saai. De vier bij Anna Jacobapolder waren een stuk actiever. Ik ben tervreden over de foto’s en ga ondieper, er zijn diverse stekelhoorns en ook veel groene wierslakken. Na 80 minuten ben ik ook wel weer tevreden en duik ondiep rap door tot ik de buizen van de trap zie.