Vandaag weer terug naar de Zeelandbrug. Nadat we zijn omgekleed blijkt het toch wel behoorlijk druk en we besluiten richting de tweede (westelijke trap) te lopen. Hier is maar één buddypaar, dat net voor ons te water gaat. Met hoogwater altijd super gemakkelijk te water gaan en we laten ons lekker onderzakken in het redelijk heldere water. Veel jonge visjes flisten om ons heen. We duiken richting het zuidwesten en maken op ons gemak diepte. We steken de zandplaat over en gaan richting het tweede rif. Het is hier mooi. Geen bijzondere dingen, maar leuk om tussen al die begroeiing te neuzen. Veel botervis, diverse bruine plooislakken, kreeften, noordzeekrabben, anjelieren en natuurlijk talloze paarse kokerwormen, pauwkokerwormen en tweedraadkokerwormen. In een van de kokerwormen kruipt een buikstreepnemertijn. Leuk, die hebben we al lang niet gezien. Als we op een meter of 16 zitten keren we weer om, want we zijn vermoedelijk inmiddels wel best ver uit de kant gedoken. Ik zoek hard naar harlekijnen en gestippelde mosdierslakken, maar helaas geen eentje kunnen vinden. Op 5,5 meter even drie minuten hangen en dan gaan we nog even zoeken naar steenslijmvisjes. Zouden ze ook bij de tweede trap zitten? Wij vinden ze in ieder geval niet en als Mariëlle er na 65 minuten uit gaat zoek ik nog stug door. Ik kan ze niet vinden, maar ik vind na tien minuten nog wel twee super rappe lipvissen. Ze zitten op slechts anderhalve meter diepte aan de oostzijde van de trap. Leuk, deze vissen zijn zelfs zeldzamer dan zeepaardjes. Helaas zijn ze ook een stuk sneller dan zeepaardjes, zodat ik ze niet op beeld heb kunnen vangen. Nadat ik ze kwijt ben is het twee meter zwemmen naar de trap. Snel eruit, Mariëlle komt al aanlopen en moet hoognodig worden opengeritst. Het wordt na twintig minuten behoorlijk warm in een droogpak in de zon.