Na het succes van twee weken geleden gaan we vandaag weer terug op slakkenjacht. Een kwartier voor laagwater gaan we weer rechts van de strekdam te water. We beginnen vrij ondiep op de zandplaat. Het water staat duidelijk lager dan twee weken terug. De duik lijkt uiteraard veel op de vorige. We zien fluwelen zwemkrabben, tig jonge botervisjes, donderpadjes, steenbolkjes en veel minuscule baby-zeesterren. Op het zand ook veel slibananemonen. Langs de strekdam liggen veel losse basaltblokken, die rijkelijk begroeid zijn met mosdiertjes en afgestorven tubularia. Alle slakkeneitjes van de vorige keer ontbreken echter. Na een kwartier nog geen slakje gevonden. Het duurt heel lang, maar dan zie ik ineens wat paarsigs oplichten in mijn lamplicht. Het is een roodgevlekte kroonslak. Mariëlle legt hem vast. Hij zit best goed voor een foto. We komen ditmaal veel hoefijzerwormen tegen. Hele koloniën wapperen met hun tentakels in de ‘wind’. Erg mooi als je ze van dichtbij bekijkt. We zakken dieper en we komen steeds meer begroeide rotsblokken tegen. Het is inmiddels een echt rif. Mariëlle schud met haar lamp en heeft een satijnslak gevonden. Helaas is deze te groot voor de macrolens, dus er moeten wat compromissen gemaakt worden voor de foto’s. Ik zie ook weer twee kroonslakken, dus het gaat best lekker. Ook al is het niet zo uitbundig als twee weken terug. In het diepere deel van onze duik zien we best veel geweispons. Elders is dat gevoelsmatig verdwenen. Hier staat best veel. Misschien leggen de slakdolven hier van de winter hun eitjes, bedenk ik mij ineens. Na 40 min draaien we en kijken we nog even in een fuik die vol met kreeft zit. De stroming duwt nu zachtjes in de rug en door de oranjegekleurde wereld met baksteenanemonen duiken we terug. Wederom een ieniemienie kroonslak en dan twee gymnota’s. Deze zitten wat lastig voor de foto. Ben benieuwd hoe het plaatje wordt, maar dat zie ik thuis wel, denk ik als ik verder zoek naar slakjes. Ik vind weer drie kroonslakken, maar deze zitten heel slecht en Mariëlle hoort mijn rammelaar niet en zwemt net weer door. Laat maar, want met anderhalve meter ben je elkaar zo uit het oog verloren. We moeten ook wat vaart gaan maken, want het uur is alweer lang voorbij. Onder de rotsen ook weer diverse Noordzeekrabben te vinden en weer wat jonge steenbolken. We maken nu flink vaart over de zandplaat en op anderhalve meter diepte gaan we omhoog. Wat een verschil met twee weken terug, alle eitjes zijn blijkbaar recent uitgekomen, maar zouden al die slakken nu ook al dood zijn? Bijzonder hoe twee duiken op een en dezelfde plek zo kunnen variëren.
Sinds twee weken zien we overal meldingen van een exotische slak, die in het Veersemeer voorkomt. Na de duik op de kentering aan de zuidzijde van de Oosterschelde is het maar 7 km omrijden. Met twee halve flessen hebben we nog genoeg tijd voor een ondiep scharrelduikje naar deze exoot. Na even de stek verkend te hebben kleden we ons om. Er staan al twee andere duikauto’s en hiermee is de duikstek eigenlijk vol. Veel parkeerruimte is er niet. Bij de instap is het even opletten met te water gaan, maar geen probleem als je oplet waar je je voeten zet. Even later laten we ons onder zakken. Huh, binnen een seconde het ik drie exemplaren van het exotische slakje gevonden. Mariëlle is een stukje door gedoken en uit het zicht. Er hangt een zweem in het water, waardoor het zicht maar matig is. Ik schat het zicht op een ruime twee meter. Prima voor het zoeken naar slakjes. Ik zoek Mariëlle weer op en zie dat ze foto’s aan het maken is. Ze heeft ze inmiddels ook gevonden zie ik. Inmiddels heb ik de teller al op zeker honderd stuks staan. De Trinchesia Albopunctata (Witgestippelde knuppelslak) komt hier echt massaal voor. Ik heb in de diverse berichten op internet gelezen dat er nog DNA-onderzoek moet plaatsvinden voordat het diertje een definitieve naam zal krijgen. Deze knuppelslak is tot op heden alleen bekend van het eiland Ischia in de Golf van Napels en een klein gebied aan de Spaanse kust van Palamós tot l’Escala. Hoe is dat beestje hier dan terecht gekomen? Via de boeg van een plezierjacht ofzo??? Ik speur het rifje af en vind exemplaren tot maximaal 4 meter. Het roodwier zit er helemaal vol mee. Het slakje is niet de enige nieuwe waarneming die we vandaag doen. In het rode pluimwier zitten ook talloze Japanse kruiskwallen. Deze diertjes lijken zich wat vast te houden in het roodwier. Heel af en toe zwemt er eentje vrij, maar die zit heel snel weer vast in het wier. Ik schat dat de diertjes gemiddeld zo’n 3 centimeter groot zijn. De kruiskwallen zijn giftig, dus oppassen dat je ze niet in je gezicht krijgt. Nu zijn het er niet zo veel, dus ik maak me niet veel zorgen. Af en toe tintelt er wat op mijn wang en voorhoofd. Het is een licht brandend gevoel, dat niet door de Japanse kruiskwallen komt, maar door de afstervende zeevonk. Bijzondere duik vandaag met al deze nieuwe waarnemingen. Mariëlle geeft de camera na 25 minuten over en ik kan mijn slakje gaan vereeuwigen. Ik laat me weer iets dieper zakken en zoek naar een bovengemiddeld grote slak. De diertjes zijn schat ik 1 à 2 mm. Af en toe vind ik er eentje die richting de 3 mm gaat. Ik flits er vrolijk op los. Misschien een beetje overdreven om zestig foto’s van een en dezelfde slak te maken, maar het gaat lekker en ik wil zeker weten dat er thuis een super scherpe slak op staat. Na ruim een kwartier slakken fotograferen schakel ik over op de kruiskwallen. Ik zou deze bijna vergeten. Deze zijn best donker en de flitser met snoot en diffuser staat inmiddels op vol vermogen. Na een paar foto’s geeft de flitser aan dat de batterijen vervangen moeten worden. Ik zet alles nog even uit in de hoop dat ik er nog een of twee flitsen uit kan persen, maar na minuten wachten gaat het hem niet worden. Ik duik weer terug richting het trappetje en kijk even boven water ter oriëntatie. Ik zie Mariëlle al staan wachten in de regen. Zo ondiep staat alles vol met viltwier en hierin tig groene wierslakken. Eigelijk ook heel mooi, maar met het erin gaan helemaal niet op gelet. Ik was veel te veel afgeleid. Bij de auto even mijn gezicht afspoelen met zoet water, zodat de zeevonk weer is weggespoeld. Je voelt het wel, maar het was niet heel vervelend om mee te duiken.