Vandaag redelijk vroeg op pad om een duikje bij de Oesterdam te maken. Ik wil even de flessen vullen bij het Shell-tankstation en zie tot mijn schrik dat de container open staat en er onderhoud plaatsvindt. Gaat wel even duren en ik zal naar Sub-Ocean moeten rijden. Mmmm, daar aangekomen zie ik dat ik slechts drie 50cent muntjes in mijn bakje heb liggen. Zat 1 en 2 euromunten, maar daar heb ik nu niets aan. Balen, dat wordt een kort duikje met 125 bar in de fles. Als ik weg wil gaan komt ineens Arjen aanlopen en kan ik voor 10 euro 50 cent muntjes wisselen. Wat een geluk 🙂
Gauw weer terug, omkleden en ik lig uiteindelijk nog om 8:15 uur in het water. Richhting het platform en dan naar links. Zicht valt behoorlijk tegen in vergelijking met twee weken terug. Er zit inmiddels een groene gloed in het water en het is echt behoorlijk stoffig. Toch is het zicht nog wel een tweetal meter. Boven het slik witte schimmel en stofwolken. Ik zwem langs diverse takkenbossen, maar geen eitjes. Ik kom langs de oude fuik en vervolgens de grote begroeide sepiatentjes van vorig jaar. Ik scharrel rustig door en vind een mooie tent met pijlintviseieren en sepiaeitjes. De leggers laten zich wederom niet zien. Een hooiwagenkrab zit mooi op de donkere sepia-eitjes. Misschien kan ik daar een aardige foto van maken, zodat hij dan wat los komt. Meestal worden hooiwagenkrabfoto’s zo rommelig. Ik ben tevreden en probeer ook nog even de separate eitjes in de strengen van de pijlinktviseieren vast te leggen. Best lastig, maar ook dit gaat goed. Ik ga weer verder en scharrel verder richting het strand. Diverse stokken en tentjes en langzaam wordt het weer ondieper. Ik keer weer om en vraag me af waar dat enorme sepiarek nu eigenlijk staat. Ik ben nu een paar maal heen en weer gedoken, maar helaas gemist. Ik ga wat ondieper en maak nog wat plaatjes van wat krabbetjes, grondels, paardenanemonen en standaard dingen. Snotolfjes in het bessenwier kan in ditmaal niet vinden. Als het zicht snel afneemt realiseer ik me dat ik vermoedelijk weer bij de trap ben. Ik neem een kijkje boven water. Nog zo’n 20 meter zie ik. ‘T is mooi geweest, gauw dat droogpak uit, want in het zonnetje is dit al snel te warm. Omkleden en op weg naar Strijenham om te kijken of daar nog wat sepia- of inktvisactiviteit is.
Er is een duiker die net te water wil gaan. We maken even een praatje over fotografie. Ik maak vervolgens nog even een wandeling langs de dijk anders wordt de oppervlakte interval wel heel kort. Nu is dat met dit soort duiken niet zo heel boeiend, maar minimaal anderhalf uur vind ik altijd toch wel fijn. Als ik mij 45 minuten later laat zakken denk ik oops. Wat een zand en stof. De bloei valt reuze mee, maar één meter zicht halen we niet. Ik laat me snel zakken in de hoop dat het op diepte beter wordt. Helaas is het op 12 meter nog steeds knudde. Ik ga weer wat naar boven en kom tussen de 10 en 11 meter wat sepiatentjes tegen. ik zie een hele mooie bos met pijlinktviseieren. Ik blijft even liggen in de hoop dat pa of ma ook nog even langskomen. Na een kwartier ben ik het zat en scharrel verder over het zand. Diverse slangsterren kruipen hier rond en nog ondieper zie ik de paarse kokerwormen en de drietandkokerwormpjes. Rond de 2 meter zoek ik nog naar slijmvissen. Zou ik te vroeg zijn? Najaar is beter voor steenslijmvisjes, waar zouden ze momenteel uithangen. Bij de trap aangekomen zie ik een schitterend groen tapijt van darmwier. Circa 30 cm hoger ben ik weer boven water.