Vandaag heerlijk weer en we kiezen voor de Plompe Toren bij Burghsluis. Het is rustig met maar acht auto’s. Helaas blijkt dat door de knik die de Oosterschelde hier maakt je met oostenwind de wind toch op de kant hebt. Ondiep ziet het water er dan ook erg modderig uit. Het eerste buddypaar gaat er een half uur voor de kentering al in. Wij wachten even tot net voor de kentering. Met springtij is de instap hier enigzins onhandig, omdat we een flinke afstap moeten maken, die je in het modderige water niet kunt zien. Gelukkig weten we dit en na eventjes krukken liggen we er in. Brillen op en zakken maar. Zicht is hier zeer slecht, dus voor de zekerheid de buddyline vastgemaakt. We duiken richting het zuiden om eens een kijkje te nemen in de put. Roggen of haaien zou wel eens heel tof zijn. We zakken dieper en dieper en zien ontzettend veel zeesterren in alle maten. De fluwelen zwemkrabben wandelen ook overal rond. Het rif zakt gestaagt en vanaf een meter of twintig komen we weer een rotsrif tegen en gaat het weer redelijk hard naar beneden. Vervolgens zijn we in de put op bijna 29 meter. Veel zand en zeesterren. Haaien of roggen zien we niet. Mariëlle spot nog een flinke steenbolk, maar met een ruime meter zicht kun je heel veel missen. We blijven een 5 min beneden, maar met 7 minuten no-deco moeten we toch echt weer terug. Dit soort duiken maken we toch niet heel vaak in Nederland. We gaan weer richting noord – noordoost en stijgen langzaam op. Rond de 24 à 25 meter spot ik nog een gehoornde slijmvis en zien we nog een klomp gladde wratslakken. Uiteraard nog steeds veel gewone zeesterren. Ik vraag me af waar al die brokkelsterren van jaren geleden eigelijk zijn gebleven??? We komen nog een aantal pitvissen tegen en Mariëlle besluit voor het eerst deze duik de camera te pakken. Inmiddels zitten we weer op 16 meter en zie ik dat de no-deco tijd maar is opgelopen tot 8 minuten. Deze zal zo wel snel gaan oplopen. Beiden nog voldoende lucht, dus geen probleem. Mariëlle seint en heeft een fraaie gladde sponspootkrab gevonden. Nu nemen we wat meer tijd voor een foto, maar het is lastig gezien het zeer matige zicht. Rond de 12 meter begint de “nachtduik” weer langzaam over te gaan in een dagduik en wordt het water weer wat groener. Hier begint ook de zeeanjelierenzone weer. Blijft toch altijd fraai om langs te duiken in dit wit-oranje landschap. Het zicht neemt nu heel snel af en na het voltooien van de veiligheidsstop stijgen we rustig op en zwemmen aan de oppervlakte terug naar de trap. Onze diepste nederlandse duik ooit zit er op. Wat nog grappig is, is dat dit mijn 1111ste duik was en toen ik mijn logboek ging invullen bleek dat we om 11:11 uur onder gedoken waren. Vervolgens zegt Mariëlle, dit was mijn duiknummer 888. Grappig 🙂