Vorig jaar waren we het vergeten in te plannen, maar nu stond het al een tijdje in de agenda. Weer lekker naar het uiterste puntje van de Oosterschelde. We zitten al voor 6:30 in de auto en na 70 minuten rijden we de parkeerplaats op. Zoals verwacht is er niemand. We gaan even bij het water kijken. Hmmm, de wind staat pal op de kant en het ondiepe stuk net naast de nol ziet eruit als lichte chocolademelk. Een visser is net nog wat fuiken aan het ophalen, maar die is over een half uurtje wel weg schatten we. We zien dat de gele boeien nog aardig scheef staan, dus nog te vroeg om te water te gaan. We kleden ons op het gemak om en af en toe check ik de boeien. Na ruim een half uur lopen we op ons gemak naar het water. Het regent zacht en het is geheel bewolkt, maar voor onze macroplannen boeit dat niet. Als we langs de nol lopen, merk ik dat het water best helder aan het worden is. De boeien liggen bijna vlak, dus we duiken onder. Het zicht is prima met ruim twee meter. Heerlijk, ik heb echt super veel zin in deze duik, want mijn nieuwe duikbril is super. Ik zie al het kleine spul van 1 à 2 mm weer zonder problemen. Zeker met mijn loep heb ik er vertrouwen in dat we onze favoriete roodgevlekte kroonslakjes kunnen vinden, die hier meestal in het voorjaar rondkruipen. Persoonlijk vind ik dit een van de mooiste naaktslakken die we hier hebben. Ik ben verbaasd over de enorme aantallen minuscule mosseljes die we zien. Het zijn er miljoenen. Alles zit onder deze kleine tweekleppigen. Ik zie zelfs een zeespinnetje die mosseltjes op zijn poten heeft zitten. Hoe is het mogelijk! We zitten pas op een meter of vier en dan zie ik een boompjesslak zitten tussen de begroeiing. Het duurt even voor Mariëlle begrijpt wat ik aanwijs. Het is leuk om te zien hoeveel jong leven hier zit: mini zeesterren, botervisjes, kleine slangsterren, babay donderpadden, steenbolkjes. Alles in tigvoud, maar ozo klein. Weer heel happy met mijn bril. Ik zie een paar noordzeekrabben en Mariëlle laat me een gehoornde slijmvis zien. We liggen er alweer 25 minuten in en ik sein dat we moeten zakken naar het gebied van de baksteenanemonen. Andere jaren vonden we hier de roodgevlekte kroonslakken. Mariëlle volgt mij en we zakken rap naar ruim acht meter en ik zie een zeer fraai oranje rif opdoemen. Yes, daar zie ik ook vrij snel mijn eerste kroonslakje. Hij is zeer klein (1 mm) en ik twijfel even of het er wel eentje is. Ik wijs hem aan en Mariëlle maakt diverse foto’s. Terwijl ze bezig is zie ik weer een tweede boompjesslak en diverse eiersnoeren van deze slak. Mariëlle kan gelijk door met foto’s maken. Vervolgens weer een paar kroonslakken, waarbij er gelukkig ook exemplaren tussen zitten van een paar milimeter. De grootste is denk ik 3 à 4 mm. Inmiddels ben ik met de gehoornde slijmvisjes ook al bij nummer zes aangekomen. Daar zit weer een kroonslakje. De tijd vliegt zo onder water. Ik zie dat de manometer 75 bar aangeeft en we zijn alweer een uur onder. De stroming is nog goed te doen, maar begint wel op te komen. We zitten nu op negen meter en ik sein dat we draaien. We zwemmen even flink door, want op hetzelfde tempo terug gaat echt te lang duren qua lucht en stroming. Aha, weer een boompjesslak, deze zit zeer goed voor de foto, even stoppen maar weer. Een stukje verder wijst Mariëlle me twee zilverblauwe knotsslakken aan. Uiteraard weer even blijven hangen op de zeven meter, want deze moet ook worden vastgelegd. Stukje verder de laatste kroonslak voor vandaag, die over een rots met jonge mosseltjes kruipt. Weer een hele kleine maar deze zit wel aardig voor de foto. Mariëlle kan hem niet vinden door de lens en krijgt de snoot niet goed gericht. We werken maar even samen. Ik wijs hem aan en richt de snoot en Mariëlle zorgt dat hij mooi scherp wordt. De eerste drie mislukken, maar dan dan gaat het samen fotograferen beter. Na een foto of tien knikt Mariëlle. Fijn, we zijn alweer tachtig minuten onder en we duiken nu rap richting het zuiden de zandhelling op. Ik ga niet meer kijken of zoeken. Een paar minuten later zitten we op minder dan twee meter en ik ga even kijken. Jeetje, het strandje dat bij eb best groot was is bijna verdwenen. Vinnen uit en super tevreden plonzen we redelijk rap de laatste meters door het water, want de blaas staat op barsten. Nu al zin om thuis alle foto’s te gaan bekijken.