Vandaag weer naar de Plompe Toren. We zijn helemaal alleen en de wind staat met kracht 4 scheef op de kant. Net naast de duiklocatie is een vissersboot druk bezig met de fuiken. Het zicht ziet er vanaf de kant niet best uit, maar uit ervaring weten we dat het dieper vaak wel meevalt. We besluiten gewoon te gaan en maken ons klaar. Een half uur later staan we onderaan de trap. De laatste treden zijn kapot en de afstap is fors. Richard let niet helemaal op en verstapt zich. Helaas schiet de linkerarm bijna uit de kom. Het scheelt niet veel. Na eventjes bijkomen zit alles weer oke en laten we ons zakken. Ditmaal met buddylijn, want we hebben wel wat twijfels over het zicht. We zijn heel blij met de lijn. Het zicht is inderdaad maar 20 à 30 cm. Dicht over de bodem duiken we licht met de stroming mee naar rechts, dieper en dieper. De eerste tien meter zien we heel weinig. Duidelijk veel mosselen, anjelieren en op sommige plaatsen echt heel veel zeesterren. De mooie jonge mosselen vormen plaatselijk hele tapijten. We zien veel noordzeekrabben en hoe dieper we komen zien we ook steeds meer Flamenco-platwormen. Bizar hoe deze worm zich heeft weten te ontwikkelen. Met zicht van een paar decimeter gaan we geen foto’s maken of we moeten iets unieks tegenkomen. Het rif is aan de rechterzijde van de trap wel wat diverser dan links. We komen aardig wat begroeide richels tegen. Vanaf een meter of twintig treffen we enkel zand. Na paar minuten over het zand gedwaald te hebben in de hoop wat haaien of roggen te zien zoeken we het weer hoger op een gaat het kompas weer meer op noordoost. De terugweg is identiek aan de heenweg. Veel anjelieren, platwormen, diverse zeenaalden en noordzeekrabben. Het enige verschil is dat het lijkt of de kentering maar niet wil komen en we ruim ten westen van
de trap bovenkomen. Even op het ruggetje peddelen en we kunnen er weer uit. Dit levert weer het nodige gedoe op vanwege de lage waterstand en hoge opstap, maar uiteindelijk staan we weer op de kant. Helaas zeer slecht zicht, maar toch wel een aardige duikje. Het water is in twee weken tijd alweer flink afgekoeld met nog maar 14 graden.
Na de duik bij de Plompe Toren eten we onze boterhammen op en rijden naar Geersdijk aan het Veerse Meer. Mariëlle besluit het water niet meer in te gaan. Ze heeft het nog niet comfortabel en met de harde wind wordt het ook niet beter. Richard wil even naar de wasrozen gaan. We hebben nog een tien liter met 95 bar liggen, dus die kan mooi leeg gedoken worden. Via het strandje te water en naar rechts. Ik duik langs de palen en netten en kom bij een mooi begroeide palenconstrutie aan. Aan de bodem op ruim zes meter vind ik twee kleine wasrozen. Ze zitten niet heel handig voor de foto, dus ik ga verder naar de plek, waar ik de vorig keer een groot exemplaar vond. Ik had het idee dat ik dit eenvoudig zou moeten vinden. Iets voorbij de stapel tipistokken en vlakbij het tuinbeeld. Beide kan ik niet vinden. Ik duik een paar keer heen en weer rond de 3,5 à 4 meter lijn. Heel veel roodwier dat de wasrozen zou kunnen hebben overwoekerd. Na 25 minuten ben ik het zat en duik terug naar de twee kleine wasroosjes en probeer het beste ervan te maken. Beetje pielen met de flitsarmen en dan krijg ik wat licht op de wasroosjes. Als ik na een paar minuten tervreden ben duik ik langzaam terug en zoek nog naar japanse zeepbelslakken. Ik kan ze niet vinden en maak nog wat kleurige oranje plaatjes van de geleikorst hier en nog een anjeliertje. De automaat gaat steeds zwaarder en ik zie de manometer tussen de 10 en 15 staat. Ik zit op twee meter dus geen probleem. Ik ga omhoog en ben nog een vijftien meter van de boeilijn vandaan. Toch nog 54 minuten met 90 bar. Prima tweede duikje. Wel een verschil met meer dan tienmaal zoveel zicht als bij de Plompe Toren vanmorgen.