Vandaag weer het Nederlandse water in. Het is drie maanden geleden dat we in Nederland hebben gedoken. In november een weekje Egypte, gevolgd door een aanval van een ram, waardoor ik negen weken mijn been en knie niet goed kon gebruiken. Het water is afgekoeld tot vijf graden, dus dikke onderpakken aan en extra lood mee. We gaan op de zuidelijke nol te water. Het zicht is slecht, zeker als op dat moment ook nog een tweetal vrachtschepen passeren. Dicht tegen elkaar duiken we uit, zodat we elkaar niet kwijtraken. Met een halve meter zicht is dat altijd lastig. Ik zie opvallend veel skeletten van drietandkokerwormen en verder is er weinig te beleven. Na tien minuten komen we aan bij het inmiddels verlaten zeepaardjesdorp. De vijf voormalige bewoners zijn elders aan het overwinteren. We laten ons wat dieper zakken en hopen dat we met dit zicht het grote anker op 13,5 meter kunnen vinden. Net als ik denk dat we het gemist hebben zwaait Mariëlle met haar lamp. Toch gevonden gelukkig. Ik scharrel wat rond aan de voet van het anker en Mariëlle is buiten mijn zicht ergens bovenin. Na een paar minuten komt ze me halen. Ze heeft een snotolf gevonden. Het is een mooi rood exemplaar. ik probeer wat foto’s te maken maar met dit zicht is dat zeer lastig. Stofvrij is nagenoeg onmogelijk. Mariëlle laat tussendoor nog even het nest zien dat zich aan de voet van het anker bevindt. Nadat ik enigszins tevreden ben over mijn snotolffoto laat ik me zakken om het nest te fotograferen. We kunnen het niet meer terugvinden. Jammer, maar we zoeken niet lang, want we willen door en moeten nog oversteken naar de noordelijke nol. Tijdens de oversteek stijgen we ook langzaam op naar zes à zeven meter. Het landschap bestaat grotendeels uit Japanse oesters en de opvallende gele sponzen. In een van de kommen in het rif zie ik een forse snotolf liggen. Groot beest en wat paarsig van kleur. Hij heeft geen nest voor zover we kunnen vinden. Ik probeer een foto te maken, maar het dier is hier niet echt van gediend. Na twee foto’s besluiten we verder te gaan. We liggen alweer 45 minuten in het water en moeten nog een stukje naar de steiger. Het zicht is niet best en ik raak Mariëlle helaas kwijt. We duiken beiden gewoon door en zullen elkaar bij de steiger wel weer treffen. De laatste vijf minuten is een lange ondiepe veiligheidsstop. Als ik bij de steiger boven kom sta ik al met mijn middel boven water. Het water staat wel heel laag. Mariëlle staat inmiddels al op het slik. Na even ploeteren klimmen we de dijk op en lopen om de haven heen naar de auto. Ik heb toch best wel last van mijn been en knie. Ik moet nog even voorzichtig zijn met de belasting. Het was weer leuk om in het water gelegen te hebben, maar het was een zeer matige duik. Gelukkig maken de snotolven alles een beetje de moeite waard.