Er staat al een aantal dagen een flinke zuidwesten wind. Ook vandaag weer een dikke windkracht 5, dus helaas schrappen we onze eerst keus bij de Zeelandbrug. We rijden naar Dreischor-parking en gaan een duik maken bij de kloof. Ik hijs me weer in mijn natpak en kijk jaloers naar Mariëlle die in haar droogpak schiet. Voordeel van een natpak is dat dit mij acht kilo lood scheelt. Bij de steiger komen net twee duikers het water uit. Het zicht is schitterend, maar inmiddels wel koud hoor met die 11 graden, geven ze aan. We laten ons snel zakken en scharrelen even rond bij de rifbollen. Echt veel driekantkokerwormpjes zien we hier. Vervolgens zetten we de gang er een beetje in, want de kloof is best een eindje weg. We gaan via de oude kas. We wisten dat deze was ingestort, maar met het instorten is ook het meeste leven hier wel verdwenen. Jammer hoor, denk ik terwijl ik op het oude frame zoek naar de brede ringsprietslak. Helaas geen enkele te vinden en we zetten weer koers naar het noorden. Onderweg veel schepjes. Ik vraag we af waar al die tweedraadkokerwormpjes zijn gebleven, die hier vorig jaar zaten. Na een kleine 20 minuten zijn we bij het begin van de overhang. Ik zie gelijk een brede ringsprietslak, wat een mooie slakken zijn dit toch. We laten ons langzaam zakken tot een meter of zestien om even bij de steenbolken te kijken. Ze zijn thuis en zitten diep in de overhang. Een stukje verder laat Mariëlle mij een mooie paling zien. Toch best bijzonder in de Grevelingen. Het beest verdwijnt weer tussen de oesters. Opvallend is het aantal kreeften dat we tegen komen. Overal hoor je dat de kreeftenstand terugloopt, maar vandaag zijn we er toch zeker tussen de twintig en dertig tegengekomen. Na 32 min geef ik het teken dat we gaan keren. We duiken aan de bovenzijde van de kloof terug. In een holte tussen twee oesters zie ik ineens een bonte mantel. Helemaal enthousiast zwaai ik met mijn lamp naar Mariëlle. In ruim 950 duiken pas de tweede keer dat ik er eentje vind. Uiteraard wordt hij op de plaat vereeuwigd en we duiken verder. Ik begin het na ruim drie kwartier toch wat fris te krijgen en we zetten koers over het zand richting de rifbollen. We blijven nog even hangen bij de badkuip en wat andere obstakels. Wederom diverse zeenaalden, deze zijn vandaag ook goed vertegenwoordigd. Bij de dijk aangekomen hangen we even onze drie minuten uit en vervolgens zoeken we tussen het roodwier nog naar de hermea bifida. Helaas geen geluk en ik heb best wel koude voeten, dus ik ga er uit. 61 minuten is genoeg in mijn natpak. Mariëlle zoekt nog een paar minuten door, maar vindt ook niets. Bij de auto staat inmiddels een forse wind. Nat duiken en dan omkleden is dan een stuk minder plezant. In ieder geval lekker gedoken en nog maar zes weken voor mijn nieuwe droogpak er is.