Vandaag viel het tij niet heel gunstig. Ik besluit toch een duikje te maken midden tussen de kenteringen in. Strijenham is een goed idee, want daar zal de stroming wel meevallen zo aan het eind van de Oosterschelde. Na het omkleden klim ik de dijk over. Oeps, wat een wind en ook aardig wat golven. Hierdoor is de instap wat onhandig, maar ik kan nog redelijk goed gebruik maken van de trap. Het zicht ziet er slecht uit, maar ik heb de hoop dat het dieper wel oké zal zijn. Snel onder en richting het zuiden. Zicht is krap een meter. Ik besluit snel diepte te gaan maken. Rond de vier meter zie ik een flinke schol liggen van een centimeter of 40. Helaas is deze erg onrustig en voor ik een foto kan maken is hij of zij vertrokken. Vanaf zeven meter klaart het zicht op. Tussen de 3 à 4 meter, maar wel behoorlijk stoffig. De stroming is harder dan ik had verwacht. Stevig door zwemmen lukt wel, maar wanneer ik een foto wil maken word ik continu omgeduwd door de stroming. Met één hand zoek ik steeds naar steun. Ik scharrel rond tussen de acht en twaalf meter. Ik zie diverse Japanse stekelhoorns, heel veel zeeanjelieren en zeespinnen. Ik speel wat met de snoot en besluit recht voor de instap te blijven, omdat zwemmen mij anders heel veel lucht gaat kosten. De tijd vliegt weer voorbij en voor ik het weet zit ik alweer op 50 bar. Ik stijg op en worstel me door de deining naar de trap. Pittig duikje zonder echte bijzonderheden. Leukste waren de talloze zeespinnen die over de anjelieren heen liepen. Nog even via SubOcean om te vullen en wat spullen op te halen en de duikvrijdag zit er weer op.